Platvoeten

Twee soorten platvoeten

• De fysiologische platvoet (soepele platvoet)

Een fysiologische platvoet is een normaal verschijnsel bij de ontwikkeling van de voet bij kinderen. Het voetgewelf moet zich nog ontwikkelen. Wanneer een kind op de grond staat is de voetboog vaak plat of met een lichte boog. Als een kind dan op zijn tenen gaat staan ontstaat er een holling, een voetboog, aan de binnenkant van de voet.

• De pathologische platvoet (stijve platvoet)

Een pathologische platvoet blijft plat, er is stijfheid aanwezig in de achter- en middenvoet. Een pathologische platvoet kan door meerdere afwijkingen veroorzaakt worden.

Mogelijke oorzaken van een pathologische platvoet
Bij een jong volwassene kan de platvoet veroorzaakt worden door; 

• Erfelijkheid.
• Coalitie; een vergroeiing tussen twee botten in de achtervoet.
• Een te korte achillespees.

Bij volwassenen kan de platvoet veroorzaakt worden door;

• Reumatoïde artritis.
• Neurologische aandoening (spasme of verlamming).
• Dysfunctie van de pees aan de binnenzijde van de enkel, genaamd ‘posterior tibial tendon disfunction’ (PTTD).
• Hypermobiliteit.
• Te korte achillespezen.
• Neuropatische inzakking (Charcot voet).

Mogelijke gevolgen van een platvoet

Een platvoet hoeft niet direct voor pijnklachten te zorgen, zeker een soepele platvoet geeft meestal geen klachten. Toch zijn er genoeg platvoeten die wel voor problemen zorgen;

• Vermoeidheidsklachten in de voet, enkel en onderbenen.
• Pijnklachten aan de binnenzijde van de voet/enkel, soms ook aan de buitenkant van de voet/enkel.
• Zwelling rondom de enkel.
• Schoeisel slijt sneller en scheef af.
• In geval van PTTD kan er krachtverlies optreden tijdens de afzetfase bij het lopen.
  De afwijkende voetstand kan uiteraard ook gevolgen hebben voor blessures hogerop in het lichaam (knieën, heupen, lage rug etc.).

Behandeling bij een platvoet

Het merendeel van de platvoeten kan conservatief behandeld worden, dat wil zeggen zonder operatie. Bij kinderen met een normale fysiologische platvoet is zelfs geen behandeling nodig. Een van de conservatieve therapieën zijn podotherapeutische zolen. Door middel van de zolen kan de stand van de platvoet worden gecorrigeerd. De voetboog wordt hierbij ondersteund waardoor het doorzakken verminderd, dit heeft uiteraard ook een positief effect op bijvoorbeeld de enkel en de knie. Daarnaast wordt een goed passende en stevig schoen geadviseerd, om voldoende ondersteuning te bieden. Aanvullend kunnen spierversterkende- en stabiliteitsoefeningen nog gedaan worden.

Indien bovenstaande therapieën niet voldoende zijn en er is sprake van een ernstige overbelasting kan er gekozen worden voor een gipsbehandeling. Dit duurt meestal 4 tot 8 weken, waarin de voet in een goede stand geïmmobiliseerd wordt. Als de voet tot rust gekomen is wordt daarna meestal gebruik gemaakt van podotherapeutische zolen of orthopedisch schoeisel. Tenslotte is een operatie nog mogelijk, dit is echter wel een ingrijpende behandeling.