Wat is een klompvoet
Een klompvoet (pes equinovarus of talipes equinovarus) is een voet die normaal ontwikkeld is, maar waarbij de stand van de voet afwijkende is. De voetje van een kind staat hierbij naar beneden en naar binnen gekanteld. De stand is vergelijkbaar met het blad van een golfclub, de naam klompvoet is dan ook afgeleid van de Engelse term ‘club foot’. Bij 50% van de kinderen die geboren worden met een klompvoet is het enkelzijdig, de andere helft heeft twee klompvoetjes.
De afwijking begint al onder de knie, tijdens de ontwikkeling in de buik zijn pezen en spieren in het onderbeen anders aangelegd. Ze zijn korter en onderontwikkeld. Een klompvoet wordt meestal direct na de geboorte herkend maar kan tegenwoordig ook al bij de 20-wekenecho herkend worden.
Mogelijke oorzaken van een klompvoet
De precieze oorzaak van een klompvoetje kan meestal niet achterhaald worden. Verschillende oorzaken kunnen bijdragen aan het ontstaan van een klompvoetje;
- Een liggingsafwijking in de baarmoeder.
- Erfelijke factoren.
- Verstoring van de zenuwvoorziening van de voet.
- Neurologische aandoening, bijvoorbeeld een open ruggetje.
- Mechanische oorzaken, bijvoorbeeld te weinig vruchtwater.
- Bindweefselziekten.
Behandeling van een klompvoet
Het succes van de behandeling valt of staat met juist en snel handelen direct na de geboorte. In Nederland wordt gebruik gemaakt van de Ponseti behandeling. De Ponseti methode is gebaseerd op de natuurlijke flexibiliteit en het natuurlijk aanpassingsvermogen van de voet.
De behandeling bestaat uit verschillende perioden;
- Door middel van wekelijks gipsen wordt het voetje binnen vijf tot zes weken in de goede stand gebracht. Bij iedere gipswissel wordt het voetje opnieuw in de goede en maximale positie gebracht.
- Aan het eind van periode 1 is een kleine ingreep nodig, het doorhalen van de achillespees. Dit is eenvoudige en kleine poliklinische operatie onder plaatselijke verdoving. Het beentje gaat vervolgens weer drie weken in het gips.
- Na drie weken is de achillespees weer op normale dikte en sterkte en is hij op de juiste lengte aangegroeid. Het gips wordt verwijderd en voet wordt verder behandeld met een brace. Deze brace dient de eerste vier maanden dag en nacht gedragen te worden. Na die vier maanden moet de brace tot het vierde levensjaar ’s nachts gedragen worden.
Slechts in enkele gevallen is er nog een operatieve ingreep nodig. Tijdens de operatie wordt de achillespees verlengd om een spitsstand van de voet op te heffen. Vervolgens volgt een gipsperiode van twee tot drie weken. Na deze periode wordt het voetje ingespalkt tot gemiddeld drie à vier jaar.
Resultaten na behandeling van een klompvoet
Een klompvoet is goed corrigeerbaar, de methode van Ponseti heeft bij 90% van de kinderen een goed resultaat. De voet is vrijwel een normale voet, enkele kleine verschillen kunnen opgemerkt worden. De behandelde voet kan iets kleiner zijn en de onderbeenspieren iets korter dan bij de normale voet. Ook kan een kleine verkorting van het been opgemerkt worden.
Klachten op latere leeftijd
Ondanks een goede behandeling op jonge leeftijd kunnen op latere leeftijd klachten ontstaan. Veel voorkomende klachten zijn dan;
- Achillespeesklachten
- Voorvoetklachten
- Hamer- en klauwtenen
Een klompvoet kan ook op latere leeftijd pas ontstaan. Dit gebeurd dan als gevolg van een trauma of letsel aan de zenuwen. Meestal wordt de behandeling hiervan eerst operatief uitgevoerd.